Het Reigersbos in Berendrecht is een openbaar toegankelijk gebied met heel wat troeven op het vlak van natuur en recreatie. Het historisch landschappelijke karakter van het terrein bleef er goed bewaard. Naast het bos bevat het gebied heel wat kleine landschapselementen zoals houtkanten en knotbomenrijen die worden afgewisseld met riet- en graslanden. Het gebied is ook een broedplaats voor water- en rietvogels.
Natuurbeheerplan voor Reigersbos
Waarom dit project?
Om de vele natuurwaarden en de recreatieve mogelijkheden van het natuurgebied op elkaar af te stemmen werd een natuurbeheerplan opgemaakt. Het plan formuleert een toekomstvisie voor het gebied en stelt een aantal concrete doelstellingen en beheermaatregelen voor. (Download het plan via de knop 'nieuws en media'.)
De stad en het district Berendrecht-Zandvliet-Lillo zetten in op het verweven van de natuur- en cultuurhistorische waarden van het gebied. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan het recreatief medegebruik voor wandelaars en bezoekers. Waar mogelijk blijft het gebied toegankelijk voor wandelaars en fietsers.
Van 4 januari tot 4 februari 2021 voorziet de stad een inspraakronde waarbij iedereen het ontwerp van het beheerplan kan inkijken en opmerkingen kan formuleren. Dat kan op het districtshuis van Berendrecht of online.
Waarover gaat het project?
Het Reigersbos dankt zijn naam aan een kolonie blauwe reigers die hier al vele tientallen jaren lang in de lente aanwezig is. Na de Tweede Wereldoorlog was dit de grootste reigerkolonie van het land met maximaal 355 nesten. Nu is de broedkolonie geslonken tot enkele tientallen reigerparen.
Het Reigersbos maakt deel uit van een groter natuurgebied van de stad en het Gemeentelijk Havenbedrijf.
Landschap in beweging
Dit havenlandschap is ontstaan in de jaren vijftig. De drukke activiteiten in het Kanaaldok, met voorbijvarende containerschepen of de opslag van steenkool staan in schril contrast met de rust van dit cultuurhistorische gebied.
De Berendrechtse dijk is een restant van de oudste inpolderingen van de Scheldepolder die teruggaan tot de elfde en twaalfde eeuw.
Langs de dijk ligt een langgerekte waterplas met twee grotere min of meer ronde delen. Dat zijn welen of wielen: zelf relicten van oude dijkdoorbraken. Het snelstromende, kolkende water brak door de dijk en schuurde diepe, ronde plassen uit.
Bij het herstel van de dijk werd die om de diepe poel gelegd. Bomenrijen geven de oude perceelgrenzen van de landbouwgronden aan. Vroeger waren dat vooral akkers, nu zijn het graslanden en bosjes.
Wie werkt er aan mee?
Het plan werd opgesteld door studiebureau Landmax bvba. op vraag van stad Antwerpen en district Berendrecht-Zandvliet-Lillo.